Met de auto naar je werk

De trein is nog steeds weinig populair om naar het werk te gaan. Slechts vijf procent van de werknemers maakt vaak gebruik van het openbaar vervoer om naar de werkplek te reizen. En dat terwijl zes op de tien werkenden meestal met de auto naar het werk gaan. Dat blijkt uit onlangs gepubliceerd onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Daarmee is het aantal mensen dat dagelijks de trein naar het werk neemt de afgelopen vijftien jaar gehalveerd.

Grote afstanden met de trein

Vooral onder werknemers in het openbaar bestuur is de trein nog populair. Veertien procent van de ambtenaren maakte in 2010 gebruik van de trein om naar het werk te gaan. Vooral mensen die verder van hun werk wonen, maken gebruik van het openbaar vervoer. De gemiddelde reistijd voor deze groep ligt rond zestig minuten. Voor meer dan de helft van de Nederlanders bedraagt de reistijd minder dan twintig minuten. Deze groep kiest juist voor de auto.

Op de fiets naar je werk

Voor één op de vier werkende Nederlanders is de fiets het favoriete vervoermiddel. Vooral werknemers in de horeca en de publieke sector fietsen vaak naar het werk. Maar in geen enkele sector wint de fiets het van de auto als vervoermiddel naar het werk. Werknemers in de bouw pakken met eenentachtig procent het vaakst de auto om naar het werk te gaan.

Kosten en afstand

Vooral de afstand naar het werk en de kosten voor het woon-werk verkeer lijkt de keuze in vervoermiddel te bepalen. Mensen die minder dan vijf kilometer van hun werk af wonen, nemen vaak de fiets. Voor afstanden tot vijftig kilometer is de auto populair en daarna komt het openbaar vervoer. Om uit te rekenen wat het voordeligst is, moet je behalve benzine ook het onderhoud van je auto meerekenen. Ook is het goed om uit te zoeken welke vergoedingen jouw werkgever je kan geven en welke reiskosten je af mag trekken van je inkomen. Zo betaal je minder belasting.